Steencel

In dit artikel gaan we dieper in op Steencel, een onderwerp dat de afgelopen tijd de aandacht van velen heeft getrokken. Terwijl we ons verdiepen in dit opwindende onderwerp, zullen we proberen licht te werpen op het belang en de relevantie ervan in de wereld van vandaag. Vanaf zijn oorsprong tot aan zijn impact op de samenleving is Steencel het onderwerp geweest van debat en analyse, en in dit artikel zullen we proberen al zijn facetten op een objectieve en gedetailleerde manier te behandelen. Via een multidisciplinaire aanpak zullen we de historische, culturele en hedendaagse aspecten van Steencel onderzoeken, met als doel onze lezers een breder en dieper inzicht te geven in dit fascinerende onderwerp.

Steencel uit een Dahliaknol. l = celholte, K = stippelkanaal
Steenvrucht: pruim 'Reine Victoria' in lengte doorgesneden

Een steencel of sclereïde is een verdikte en verhoute sclerenchymcel of parenchymcel. Verhoute sclerenchymcellen komen voor in het vruchtvlees van bijvoorbeeld een stoofpeer of in het endocarp bij steenvruchten. Verhoute parenchymcellen komen als steencel voor in de schors. Steencellen hebben meestal vele, vertakte stippelkanalen. De inhoud van een steencel is dood of bestaat uit bijvoorbeeld looistofderivaten, kristallen enz.

Een steencel met puntige, onregelmatig gevormde stralen wordt een spicula of asterosclereïde genoemd en komt onder andere voor in het bladmoes, schors en merg bij thee, magnolia en vele soorten van de heidefamilie. Ze kunnen apart als idioblast voorkomen, maar ook in groepjes of gehele lagen.