Australische composietenroest

In het artikel van vandaag gaan we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Australische composietenroest. Vanaf de oorsprong en evolutie ervan, tot de mogelijke implicaties en toepassingen vandaag. Gedurende deze reis zullen we verschillende benaderingen en perspectieven analyseren die ons in staat zullen stellen de rol die Australische composietenroest in de loop van de tijd heeft gespeeld en hoe deze verschillende delen van de samenleving blijft beïnvloeden, beter te begrijpen. Van historische en culturele aspecten tot de relevantie ervan in het huidige panorama, we zullen ons verdiepen in een breed scala aan onderwerpen om het belang en de betekenis van Australische composietenroest in de hedendaagse wereld te begrijpen. Ga met ons mee op deze ontdekkingsreis en onderzoek naar Australische composietenroest en ontdek het fascinerende universum ervan vanuit een multidisciplinair perspectief.
Australische composietenroest
Australische composietenroest op klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Pucciniomycetes (Roesten)
Onderklasse:ongeplaatst (Incertae sedis)
Orde:Pucciniales
Familie:Pucciniaceae
Geslacht:Puccinia
Soort
Puccinia lagenophorae
Cooke (1884)
Australische composietenroest
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Australische composietenroest op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De australische composietenroest (voorheen: Puccinia lagenophorae) of kruiskruidroest (Puccinia glomerata) is een schimmel in de familie Pucciniaceae. Deze roest leeft als biotrofe parasiet en vormt roestvlekken en puisten op de bladoppervlakken van de waardplanten. De voornaamste waardplanten zijn glanzend kruiskruid (Senecio squalidu) en klein kruiskruid (Senecio vulgaris). Hij komt veel voor in Australië en Europa.

Kenmerken

Uiterlijke kenmerken

De Australische composietenroest vormt bekerachtige structuren. De kleur is fel oranje. Op kruiskruid (Senecio) vormt de Australische composietenroest de telia vooral op de stengels en bladeren van de gastheer. Zodra ze vrij zijn krijgen ze meer afgeronde vorm.

Microscopische kenmerken

Hun oranje aeciosporen zijn 10–16 × 10–16 µm groot, enigszins bolvormig, wratachtig en worden in ketens gevormd. De schimmel ontwikkelt blijkbaar geen uredia. De delen van de soort die verspreid op de stengels van de waardplanten groeien, zijn meestal donkerbruin, poederachtig en langdurig bedekt. De donkerbruine teliosporen zijn een- tot tweecellig, meestal stomp gelobd tot breed ellipsoïde, dubbel of drievoudig gegroefd en 20-40 × 12-18 µm groot. Hun steel is kleurloos en 20-40 µm lang.

Verspreiding

Deze roest is van oorsprong inheems in Australië en is in 1961 voor het eerst in Europa (Frankrijk) waar genomen. In Nederland werd ze voor het eerst in 1972 aangetroffen in moestuintjes in Lelystad. In 2020 komt de soort in Nederland vrij algemeen voor.

Madeliefjesroest

Het verschil met het madeliefjesroest (Puccinia distincta) is niet altijd duidelijk. Twijfelgevallen worden als Puccinia lagenophorae sensu gedetermineerd. Microscopisch is het verschil wel duidelijk. Op het madeliefje (Bellis perennis) zijn er 3-cellige teliosporen (naast 1- en 2-cellige teliosporen).

Zie ook

Foto's

Zie de categorie Puccinia lagenophorae van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Puccinia glomerata.