In dit artikel willen we dieper ingaan op het onderwerp Yttrium, een aspect dat de afgelopen jaren aan relevantie heeft gewonnen. Yttrium is een onderwerp dat de interesse van veel mensen op verschillende gebieden heeft gewekt, zowel op persoonlijk, academisch als professioneel niveau. Nu Yttrium steeds belangrijker wordt, is het essentieel om de implicaties en toepassingen ervan in de huidige samenleving te begrijpen. Via dit artikel zullen we verschillende perspectieven en benaderingen met betrekking tot Yttrium verkennen, met als doel een complete en verrijkende visie op dit onderwerp te bieden.
Yttrium is een scheikundig element met symbool Y en atoomnummer 39. Het is een zilverwit overgangsmetaal.
In 1794 is yttriumoxide (Y2O3) ontdekt in het mineraal gadoliniet door de Finse chemicus en geoloog Johan Gadolin. Later is het in 1828 voor het eerst geïsoleerd door Friedrich Wöhler door yttriumchloride (YCl3) te reduceren met kalium.
Het element is genoemd naar de Zweedse groeve Ytterby. In de omgeving werden en worden lanthanidehoudende mineralen gevonden waarin ook vaak yttrium wordt aangetroffen. Andere elementen die naar deze stad zijn vernoemd zijn erbium, terbium en ytterbium.
Rond 2007 is onderzoek gedaan naar het gebruik van een radioactieve isotoop van yttrium in cytostatica. Patiënten met een bepaalde vorm van non-hodgkinlymfoom (NHL) lijken baat te hebben bij behandeling met ibritumomab tiuxetan (handelsnaam Zevalin): radioactief 90Y met een halveringstijd van 2,46 dagen, is gekoppeld aan monoklonale antilichamen die gericht zijn tegen specifieke antigene determinanten (herkenbare oppervlaktestructuren) van de tumorcellen. Anno 2020 wordt Zevalin gebruikt bij volwassen patiënten met folliculair B-cel NHL.
De antilichamen, die dus radioactief yttrium meedragen, binden zich aan de tumorcellen. Daardoor zal de radioactiviteit, die de cellen vernietigt, zich in het tumorweefsel kunnen concentreren. Doordat de straling precies op de juiste plek afgegeven wordt, wordt het omringende gezonde weefsel gespaard.
Yttrium wordt net als scandium meestal tot de lanthaniden gerekend, omdat zijn ionenstraal vergelijkbaar is met die van de zogenaamde yttriagroep. Onder normale omstandigheden is het metaal vrij stabiel, maar als fijn verdeeld poeder kan het makkelijk ontbranden in aanwezigheid van zuurstof.
In vrijwel alle mineralen waarin lanthaniden voorkomen wordt ook yttrium aangetroffen. Ook in uraniumerts komt yttrium regelmatig voor. De concentraties daarin zijn echter te laag om het daaruit op commerciële basis te winnen. De meest gebruikte yttriumbronnen zijn de mineralen monaziet en bastnäsiet die tot 3% respectievelijk 0,2% yttrium in verbindingen bevatten. De meest toegepaste isolatiemethode is het reduceren van yttriumfluoride met metallisch calcium. Desalniettemin is het een erg lastig karwei om yttrium te scheiden van andere lanthaniden.
Stenen die met de Apollo 11 van de maan terug naar de aarde werden gebracht, bleken relatief hoge concentraties yttrium te bevatten.
Stabielste isotopen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Iso | RA (%) | Halveringstijd | VV | VE (MeV) | VP |
88Y | syn | 106,65 d | EV | 3,623 | 88Sr |
89Y | 100 | stabiel met 50 neutronen |
In de natuur komt er één stabiele yttriumisotoop voor (89Y). De stabielste radioactieve isotoop is 88Y met een halveringstijd van iets meer dan 100 dagen. 90Y komt samen met het strontiumisotoop 90Sr vrij bij kernproeven.
Yttriumverbindingen worden in het algemeen als zeer giftig beschouwd. Sommige yttriumzouten kunnen kankerverwekkend zijn.
Bronnen, noten en/of referenties
|