Sulcusuchus

In dit artikel zullen we de fascinerende geschiedenis van Sulcusuchus en de impact ervan op de hedendaagse samenleving verkennen. Vanaf het bescheiden begin tot de relevantie ervan vandaag de dag heeft Sulcusuchus een cruciale rol gespeeld in verschillende aspecten van het dagelijks leven. In de loop van de tijd is Sulcusuchus het onderwerp geweest van intense debatten en heeft het talloze onderzoeken geïnspireerd, waarbij het belang ervan is aangetoond op uiteenlopende gebieden als wetenschap, cultuur, politiek en vele andere. Door middel van gedetailleerde analyse zullen we onderzoeken hoe Sulcusuchus door de jaren heen is geëvolueerd en hoe het de wereld om ons heen blijft vormen.
Sulcusuchus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Laat-Krijt
Sulcusuchus erraini
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Sauropterygia
Orde:Plesiosauria
Familie:Polycotylidae
Geslacht
Sulcusuchus
Gasparini & Spalletti, 1990
Typesoort
Sulcusuchus erraini
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Sulcusuchus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Sulcusuchus[1][2] is een geslacht van uitgestorven polycotylide plesiosauriërs uit het Laat-Campanien van Argentinië.

Naamgeving

De typesoort Sulcusuchus erraini werd in 1990 benoemd door Zulma Brandoni de Gasparini en Luis Spalletti. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een dyrosauride krokodil was, vandaar de generieke naam:'trogkrokodil'.

Het holotype MLP 88-IV-10-1 werd ontdekt in Jacobacci, in de provincie Río Negro, in een laag van de La Coloniaformatie uit het Laat-Campanien. Het bestaat uit een snuit met diepe groeven. Het bijbehorende MPEF 650 is een achterste onderkaak kaakfragment van ongeveer een halve meter lang met een bijbehorende kaakgewrichtcondylus van de schedel, de onderste hersenpan, het achterste verhemelte en een middelste snuitfragment.

Beschrijving

Sulcusuchus werd drie tot vier meter lang. Aan de buitenkant van de onderkaak is de trog te zien, wat uitzonderlijk zou zijn voor een krokodil. De mandibula en pterygoïden vertonen groeven die mogelijk elektrogevoelige organen bevatten. De snuit is erg langwerpig en de pterygoïden zijn versmolten. Ze hebben in de achterzijde een apomorfe diepe inkeping. De tanden staan dicht op elkaar.