Sminthopsis virginiae

In het artikel van vandaag gaan we ons verdiepen in de fascinerende wereld van Sminthopsis virginiae. Of u nu bekend bent met dit onderwerp of het de eerste keer is dat u erover hoort, wij zijn er zeker van dat u waardevolle en vermakelijke informatie zult vinden die u zal helpen het beter te begrijpen. We zullen de meest relevante aspecten, de meest recente ontwikkelingen en ook de impact die Sminthopsis virginiae op de samenleving heeft gehad, onderzoeken. Ongeacht uw voorkennisniveau, dit artikel is bedoeld om u een compleet en actueel overzicht van Sminthopsis virginiae te geven. Bereid je dus voor op een ontdekkings- en leerreis.
Sminthopsis virginiae
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2015)
Sminthopsis virginiae
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Dasyuromorphia (Roofbuideldieren)
Familie:Dasyuridae (Echte roofbuideldieren)
Geslacht:Sminthopsis (Smalvoetbuidelmuizen)
Soort
Sminthopsis virginiae
(de Tarragon, 1847)
Originele combinatie
Phascogale virginiae
Verspreidingsgebied van Sminthopsis virginiae
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Sminthopsis virginiae op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Sminthopsis virginiae is een roofbuideldier uit het geslacht van de smalvoetbuidelmuizen. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Léonce de Tarragon in 1847.[2][3]

Kenmerken

De bovenkant is grijs, de onderkant vuilwit. De dunne, roze staart is ongeveer even lang als de kop-romp. De soort is te herkennen aan de grotendeels oranje bovenkant van de kop. De kop-romplengte bedraagt 80 tot 135 mm, de staartlengte 87 tot 135 mm, de achtervoetlengte 21 tot 22 mm, de oorlengte 18 tot 20 mm en het gewicht 18 tot 75 g. Vrouwtjes hebben acht mammae in Australië, maar zes in Nieuw-Guinea.

Voortplanting

Van oktober tot maart wordt er gepaard. Na een zwangerschap van 15 dagen worden er tot 8 jongen geboren, die na 65 tot 70 dagen gespeend worden en na 4 tot 6 maanden geslachtsrijp zijn. Vrouwtjes kunnen in één jaar meerdere nesten krijgen.

Verspreiding

Deze soort komt voor in de Kimberley (West-Australië), het noorden van het Noordelijk Territorium en Noordoost-Queensland (Australië), en in het zuiden van Nieuw-Guinea en op de Aru-eilanden.

Ondersoorten

De soort heeft de volgende ondersoorten:[4]