Pijlerstructuur van de Europese Unie

In de wereld van vandaag is Pijlerstructuur van de Europese Unie een onderwerp van groot belang en relevantie. Lange tijd heeft Pijlerstructuur van de Europese Unie de aandacht getrokken van mensen van alle leeftijden en sociale klassen, wat debatten, onderzoek en diepgaande analyses op verschillende gebieden heeft opgeleverd. Of het nu vanwege zijn impact op de samenleving, zijn invloed op de populaire cultuur, zijn belang in de geschiedenis of welke andere reden dan ook is, Pijlerstructuur van de Europese Unie is erin geslaagd zichzelf te positioneren als een fundamenteel onderwerp in het huidige discours. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Pijlerstructuur van de Europese Unie, waarbij we de impact, implicaties en relevantie ervan vandaag analyseren.

Voordat het Verdrag van Lissabon in werking trad, waren de beleidsterreinen van de Europese Unie volgens het Verdrag van Maastricht opgedeeld in drie gebieden, pijlers genaamd.

Binnen elke pijler werd een ander evenwicht gevonden tussen supranationale en intergouvernmentele principes. Supranationalisme was het sterkst aanwezig in de eerste pijler, terwijl de andere twee vooral intergouvernementeel waren. In de tweede en derde pijler waren de bevoegdheden van het Europees Parlement, de Europese Commissie en het Europees Gerechtshof beperkt, maar niet afwezig. De verdragen van Amsterdam en Nice maakten ook de andere twee pijlers supranationaler.

Het Verdrag van Lissabon, dat in werking trad op 1 december 2009, schafte de pijlerstructuur af, om zo de Unie overzichtelijker te maken. De drie pijlers werden samengevoegd tot één rechtspersoon genaamd de "Europese Unie". Tot 1 december 2014 gold op grond van artikel 10 van Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen dat het Hof van Justitie geen rechtsmacht had ten aanzien van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Sinds die datum kan de Europese Commissie ook ten aanzien van deze voormalige derde pijler inbreukprocedures starten.

De drie pijlers

  1. De eerste pijler of de 'pijler van de Europese Gemeenschap' omvatte economisch, milieu- en sociaal beleid.
  2. De tweede pijler of 'pijler van het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid' (GBVB) omvatte het buitenlands beleid en militaire zaken.
  3. De derde pijler of 'pijler van de Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken' (PJSS) omvatte samenwerking in criminaliteitsbestrijding. Deze pijler, die oorspronkelijk 'Justitie en Binnenlandse Zaken' heette, werd met het Verdrag van Amsterdam afgeslankt en hernoemd, waardoor zaken als asiel en immigratie onder de eerste pijler kwamen te vallen.
Europese Unie
  Eerste pijler   Tweede pijler   Derde pijler  
Europese Gemeenschappen (EG) Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (PJSS)

Buitenlands beleid:

Veiligheidsbeleid:

 

Tijdlijn

Tijdlijn met de ontwikkeling van de Europese Unie

1948 1952 1958 1967 1987 1993 1999 2002 2003 2009 2011
Brussel EGKS EEG / Euratom Fusieverdrag Europese Akte EU-Verdrag Amsterdam Nice Lissabon
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM)
Europese Economische Gemeenschap (EEG)
P

IJ

L

E

R

S
Europese Gemeenschap (EG) Europese Unie (EU)
↑Europese Gemeenschappen↑ Justitie & Binnenlandse Zaken (JBZ)
Politiële & justitiële samenwerking in strafzaken (PJSS)
Europese politieke samenwerking (EPS) Gemeenschappelijk buitenlands & veiligheidsbeleid (GBVB)
West-Europese Unie (WEU)