In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van
Efferia, waarbij we de vele facetten ervan onderzoeken, de impact ervan op de samenleving, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de relevantie ervan in de huidige context. Vanaf het begin tot het heden heeft
Efferia op verschillende gebieden een fundamentele rol gespeeld en debatten, reflecties en emoties gegenereerd onder degenen die het hebben meegemaakt. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen we de invloed ervan op verschillende culturen, het belang ervan in de geschiedenis en de projectie ervan in de toekomst onderzoeken. Het maakt niet uit of
Efferia een persoon, een onderwerp, een datum of een ander element is, omdat de betekenis ervan grenzen overstijgt en eindeloze mogelijkheden opent om de essentie ervan en de impact ervan op de wereld om ons heen te begrijpen.
Efferia is een geslacht van roofvliegen (Asilidae). De wetenschappelijke naam is gepubliceerd door Daniel William Coquillett in 1893.[1] In 1910 duidde Coquillett Efferia candida als de typesoort aan.[2]
Efferia komt voor in de Nieuwe Wereld en is daar het geslacht met de meeste roofvliegensoorten met (in 2012) meer dan 230 beschreven soorten en velen die nog niet zijn beschreven.[3]
De zwarte of grijze roofvliegen zijn opportunistische predatoren; ze overvallen allerlei andere insecten, meestal tijdens de vlucht. De prooien van Efferia staminea zijn andere Diptera maar ook diverse Homoptera, Hemiptera, Neuroptera of Hymenoptera.[4] De vlieg injecteert met haar hypopharynx (een van haar monddelen) proteasen in haar prooi en zuigt nadien de vloeibaar geworden, verteerde lichaamsdelen ervan op.
Soorten
- E. aestuans (Linnaeus, 1763)
- E. albibarbis (Macquart, 1838)
- E. albiventris (Macquart, 1850)
- E. amarynceus (Walker, 1849)
- E. anacapai (Wilcox & Martin, 1945)
- E. anomala (Bellardi, 1861)
- E. anomalus (Bellardi, 1861)
- E. antiochi Wilcox, 1966
- E. anza Forbes, 1988
- E. apicalis (Wiedemann, 1821)
- E. argentifrons (Hine, 1911)
- E. argyrosoma (Hine, 1911)
- E. aridus (Williston, 1893)
- E. armatus (Hine, 1918)
- E. aurimystaceus (Hine, 1919)
- E. auripilus (Hine, 1916)
- E. aurivestitus (Hine, 1919)
- E. azteci Wilcox, 1966
- E. basingeri Wilcox, 1966
- E. basini Wilcox, 1966
- E. bastardi (Macquart, 1838)
- E. beameri Wilcox, 1966
- E. belfragei (Hine, 1919)
- E. benedicti (Bromley, 1940)
- E. bexarensis (Bromley, 1934)
- E. bicaudatus (Hine, 1919)
- E. bicolor (Bellardi, 1861)
- E. bryanti Wilcox, 1966
- E. cabeza Wilcox, 1966
- E. caliente Wilcox, 1966
- E. californicus (Schaeffer, 1916)
- E. candida Coquillett, 1893
- E. canellus (Bromley, 1934)
- E. canus (Hine, 1916)
- E. caymanensis Scarbrough, 1988
- E. clementei (Wilcox and Martin, 1945)
- E. completa (Macquart, 1838)
- E. completus (Macquart, 1838)
- E. coquilletti (Hine, 1919)
- E. costalis (Williston, 1885)
- E. coulei Wilcox, 1966
- E. cressoni (Hine, 1919)
- E. cuervanus (Hardy, 1943)
- E. chapadensis (Bromley, 1928)
- E. davisi Wilcox, 1966
- E. deserti Wilcox, 1966
- E. duncani Wilcox, 1966
- E. ehrenbergi Wilcox, 1966
- E. femoratus (Macquart, 1838)
- E. frewingi Wilcox, 1966
- E. gila Wilcox, 1966
- E. grandis (Hine, 1919)
- E. halli Wilcox, 1966
- E. harveyi (Hine, 1919)
- E. helenae (Bromley, 1951)
- E. imperialis Forbes, 1988
- E. incognita Forbes, 1987
- E. inflatus (Hine, 1911)
- E. interruptus (Macquart, 1834)
- E. jubatus (Williston, 1885)
- E. kansensis (Hine, 1919)
- E. kelloggi Wilcox, 1966
- E. knowltoni (Bromley, 1937)
- E. kondratieffi Bullington and Lavigne, 1984
- E. latrunculus (Williston, 1885)
- E. leucocomus (Williston, 1885)
- E. luna Wilcox, 1966
- E. macroxipha Forbes, 1988
- E. mesquite (Bromley, 1951)
- E. monki (Bromley, 1951)
- E. mortensoni Wilcox, 1966
- E. nemoralis (Hine, 1911)
- E. neoinflata Wilcox, 1966
- E. neosimilis Forbes, 1987
- E. ordwayae Wilcox, 1966
- E. pallidulus (Hine, 1911)
- E. parkeri Wilcox, 1966
- E. pavida (Williston, 1901)
- E. pernicis Coquillett, 1893
- E. pilosus (Hine, 1919)
- E. pinali Wilcox, 1966
- E. plenus (Hine, 1916)
- E. pogonias (Wiedemann, 1821)
- E. prairiensis (Bromley, 1934)
- E. prattii (Hine, 1919)
- E. productus (Hine, 1919)
- E. prolificus (Osten Sacken, 1887)
- E. pumila (Macquart, 1850)
- E. rapax (Osten Sacken, 1887)
- E. schadei (Bromley, 1951)
- E. setigera Wilcox, 1966
- E. singularis (Macquart, 1838)
- E. slossonae (Hine, 1919)
- E. snowi (Hine, 1919)
- E. speciosa (Philippi, 1865)
- E. spiniventris (Hine, 1919)
- E. staminea
- E. stramineus (Williston, 1885)
- E. subappendiculatus (Macquart, 1838)
- E. subaridus (Bromley, 1940)
- E. subcupreus (Schaeffer, 1916)
- E. subpilosus (Schaeffer, 1916)
- E. tabescens Banks, 1919
- E. tagax (Williston, 1885)
- E. texanus (Banks, 1919)
- E. tolandi Wilcox, 1966
- E. tricella (Bromley, 1951)
- E. tricellus (Bromley, 1951)
- E. truncatus (Hine, 1911)
- E. tuberculatus (Coquillett, 1904)
- E. tucsoni Wilcox, 1966
- E. utahensis (Bromley, 1937)
- E. varipes (Williston, 1885)
- E. vertebratus (Bromley, 1940)
- E. wilcoxi (Bromley, 1940)
- E. willistoni (Hine, 1919)
- E. yermo Wilcox, 1966
- E. yuma Wilcox, 1966
- E. zonatus (Hine, 1919)
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ D.W. Coquillett. "A new asilid genus related to Erax." The Canadian Entomologist vol. 25 (1893), blz. 175.
- ↑ D.W. Coquillett. "The type-species of the North American genera of Diptera." Proceedings of the United States National Museum vol. 37 (1910), blz. 536
- ↑ Aubrey G. Scarbrough, Lawrence E. Stevens, C. Riley Nelson. "The albibarbis-complex of Efferia Coquillett, 1910 from the Grand Canyon region, southwestern U.S.A., with three new species and new distribution records (Diptera: Asilidae)." The Pan-Pacific Entomologist vol. 88 (2012), blz. 58-86. DOI:10.3956/2012-07.1
- ↑ Kevin M. O'Neill, Ruth P. O'Neill. "Correlates of Feeding Duration in the Robber Fly Efferia staminea (Williston) (Diptera: Asilidae)." Journal of the Kansas Entomological Society, vol. 74 nr. 2 (2001), blz. 79-82.