Boezembarakken

Tegenwoordig is Boezembarakken een onderwerp van grote relevantie en interesse. Sinds zijn ontstaan ​​heeft het de aandacht van veel mensen getrokken en is het op verschillende terreinen een discussiepunt geworden. Dit fenomeen heeft de belangstelling gewekt van zowel experts als enthousiastelingen, waardoor een uitgebreid debat over de implicaties en consequenties ervan is ontstaan. Boezembarakken heeft bewezen een aanzienlijke impact te hebben op de moderne samenleving, en de invloed ervan wordt steeds duidelijker in verschillende aspecten van het dagelijks leven. In dit artikel zullen we Boezembarakken en de relevantie ervan in de huidige context grondig onderzoeken, waarbij we de evolutie, uitdagingen en mogelijke toekomstscenario's ervan analyseren.

De quarantaine-inrichting Boezembarakken (1929 - 1971) [bron?] was een noodziekenhuis, gelegen aan de Boezembocht in de wijk Crooswijk te Rotterdam. De barakken werden gebouwd op 18 december 1929 en in gebruik genomen als dependance van het Coolsingelziekenhuis te Rotterdam (centrum).

De Boezembarakken stonden opgesteld in de vorm van portakabins met veel glas. Om toegang te krijgen tot dit noodziekenhuis moest men over een brug, de naam was "Barakkenbrug" over de Boezem, deze leidde naar de barakken waar de patiënten met besmettelijke ziekten werden verpleegd (zoals tuberculose en pokken). Buiten onder een afdak konden de bedden worden opgesteld, alwaar met mooi weer de patiënten konden vertoeven.

De Gemeente Rotterdam besloot tot oprichting van de Boezembarakken vanwege een alastrim-epidemie (een goedaardige soort pokken). Er werd massaal gevaccineerd (325.000 mensen) uit veiligheidsoverwegingen werden er 96 mensen opgenomen in de Boezembarakken. Later bleek dat er in Rotterdam geen epidemie was uitgebroken.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vorderde de bezetter een deel van de boezembarakken als verblijf- en vermaakscentrum voor Duitse soldaten. De dames die er na de Duitse capitulatie werden aangetroffen hadden als verklaring voor hun aanwezigheid dat de Boezembarakken ook werden gebruikt voor mensen met geslachtsziekten. Bijvoorbeeld in 1941 was er een hele zaal vol met prostituees die door de Duitse militaire politie waren opgepakt en een gedwongen behandeling moesten ondergaan. Deze dames noemden die speciale barak ook wel "de druiperbar".

In Rotterdam werd in 1960 het Dijkzigtziekenhuis gebouwd, begin jaren 70 werden de Boezembarakken afgebroken. De Barakkenbrug is er overigens nog steeds en op de plaats van de Boezembarakken is nu een industrieterrein.