Beltmolen

Dit artikel gaat in op het onderwerp Beltmolen, dat de aandacht heeft getrokken van verschillende disciplines en studiegebieden. Beltmolen heeft de belangstelling gewekt van onderzoekers, academici, professionals en het grote publiek vanwege de relevantie en impact ervan vandaag de dag. In dit artikel zullen verschillende aspecten met betrekking tot Beltmolen worden onderzocht, van de geschiedenis en evolutie ervan tot de implicaties ervan in de huidige context. Verschillende perspectieven en benaderingen zullen worden geanalyseerd om een ​​alomvattende en verrijkende visie op Beltmolen te bieden, met als doel een groter begrip te genereren en een geïnformeerd debat over dit onderwerp te bevorderen.
Beltmolen de Duif te Nunspeet

Een beltmolen of bergmolen is een windmolen die staat op een natuurlijke of kunstmatig opgeworpen heuvel, de molenbelt, die de functie van de stelling bij een stellingmolen overneemt.

In de heuvel is aan twee zijden een doorgang (invaart genoemd) gemetseld, waardoor wagens voor laden en lossen de molen binnen kunnen rijden en er aan de andere kant weer uit kunnen. In een aantal gevallen is maar aan één zijde een doorgang in de belt. In dat geval moet een wagen achteruit de molen in.

Beltmolens zijn meestal korenmolens en komen voor als houten achtkante molen, zoals de Duif in Nunspeet, maar ook als ronde stenen molen, zoals de Sint-Antonius Abt in Borkel, Holten's Molen te Deurne, de Leonardusmolen in Maasbracht, de Roosdonck in Nuenen, en de Oudhollandse Grafelijke Korenmolen te Zeddam, de oudste nog bestaande windmolen in Nederland.[1]

De molen met de hoogste molenbelt van Nederland is de Korenbloem te Ulvenhout.

Afbeeldingen